Terwijl iedereen in Nederland het advies krijgt om niet de weg op te gaan, gaan sommige mensen juist dan wĂ©l de weg op. Om te strooien tegen de gladheid, voor onze veiligheid dus. Wat bezielt hen? Wat vinden zij leuk aan dit noodzakelijk werk of is het gewoon de plicht die roept? En hoe ging de gladheidsbestrijding in de vorige eeuw? We vroegen het aan dhr. Cor Steijn, oud-hoofd van de buitendienst van de gemeente Nederweert en aan dhr. Ton van Haperen, een man die er ook al zoân 20 jaar bij betrokken is.
Fanatiek
Cor Steijn kwam in 1963 in dienst van de gemeente en was onder andere belast met de organisatie van het zoutstrooien en het sneeuwschuiven. In de jaren â60 en â70 waren er meer strenge winters met veel sneeuw, dus werd er frequent aan gladheidsbestrijding gedaan. Hij hield bij koud weer âs avonds het weerbericht goed in de gaten, keek ook âs nachts naar buiten of er al sneeuw lag of ging een straatje om rijden om te kijken hoe de straat eruit zag. En als er dan gestrooid moest worden ging hij de mannen van de gemeente thuis ophalen om te komen werken. Soms lag de sneeuw al hoog of had het geijzeld, dus het ophalen van de mannen was vaak al een gevaarlijke klus. Alle kerkdorpen, die toen nog veel kleiner waren, werden bediend. In centrum Nederweert waren er zoân zeven hoofdwegen die gestrooid moesten worden. Ook was er in die tijd wel eens een zouttekort in Nederland, maar Cor zorgde er altijd voor dat hij op tijd zout had bijbesteld voor onze gemeente. Hij herinnert zich dat de chauffeurs van de gemeente altijd heel fanatiek waren. Ze waren geregeld 24 uur aan het strooien en hadden weinig geslapen. Als hij dan voorstelde om te wisselen van chauffeur, wilden ze dat niet, zo graag deden ze dat werk. Gelukkig werd het weer dan kort daarna beter en konden de chauffeurs weer van een normale nachtrust genieten.
Vanaf 2000
Ton van Haperen is op een gegeven moment door de gemeente gevraagd voor dit werk en werd als chauffeur ingeroosterd bij het personeel van de gemeente. Momenteel, zoân 20 jaar later, zijn er drie ploegen mannen die dit werk iedere keer doen, met een paar man als reserve achter de hand. Als ik hem vraag wat hij leuk vindt aan dit werk, antwoordt hij dat het iets apart is en dat het hartstikke mooi werk is. Hij vindt het een kick om de weg schoon te krijgen als er sneeuw ligt, en wat ook telt is dat het een gezellig team is waar hij in werkt en dat hij mooie dingen meemaakt in de natuur en met de dieren. Bijvoorbeeld het geval van een uil die âs nachts wel een kilometer op de route langs de tractor meevloog. Of bij het licht worden âs morgens een vos zien, of tegen de schemering een paar reeĂ«n spotten.
Zwaar en gevaarlijk
Dat het werk zwaar is blijkt ook wel uit de werktijden, die kunnen variĂ«ren van 22.00 uur tot 02.30 uur, dan een paar uur slapen om om 7.00 uur weer te beginnen tot 00.30 uur âs nachts . In de nacht gebeld worden dat je om 06.00 uur weer moet beginnen. En dat gedurende een aantal dagen achter elkaar. Vooral de eerste dagen nadat er veel sneeuw is gevallen maken de mannen nog steeds vaak zeer lange dagen. De gladheidbestrijders moeten beschikbaar zijn van 1 november tot 1 maart. En de dienstdoende opzichter van de gemeente belt hen wanneer er begonnen moet worden met het werk. Dat het werk gevaarlijk is blijkt ook wel uit het feit dat soms ook de gladheidsbestrijder met vrachtwagen omkiept en op zijn kant komt te liggen of ergens tegen aanschuift omdat hij de bocht niet kan maken vanwege de gladheid. De gemeente maakt het routeplan. Dat is een vastgelegde route die gevolgd moet worden door de chauffeurs. U begrijpt dat met de uitbreiding van de woonkernen en aanleg van nieuwe wegen de route in de loop der jaren steeds langer is geworden.
Ongelukje
Een leuke anekdote is het volgende verhaal over een ongelukje. In de jaren â50 en â60 van de vorige eeuw was er een gemeenteploeg die in de herfst aan het werk was. Ze hadden geschaft onder de huif van de vrachtwagen die ze er vanaf hadden gehaald en over een sloot hadden geplaatst. Ze hadden een vuurtje gestookt om het wat warmer te hebben maar de huif was van jute gemaakt en die cabine vatte vlam en brandde helemaal op. Toen moest de ploeg mannen in de daarop volgende winter de gladheidsbestrijding met die vrachtwagen zonder huif doen. Dat was echt koud⊠In die tijd waren er ook mannen van de gemeente die de sneeuw met een schop weghaalden van de weg en daarna zout strooiden, alles met de hand dus.
Sneeuwschuiven
Aanvankelijk werd het sneeuwschuiven met behulp van een v-vormig werktuig gedaan. Dat was gemaakt van hout en ijzer en werd door een paard voortgetrokken, zodoende de sneeuw uit elkaar schuivend. Later werd dat werktuig achter de wagen of tractor gehangen. In die tijd, stonden twee mannen in de openlucht, achter in de bak van de dus voorzichtig rijdende vrachtwagen met een schop het zand en later het zout of een mengsel daarvan te verdelen over de weg. Later schepten ze dat in de strooier op de vrachtwagen en werd het zo verspreid over de wegen. En dat dan soms bij -15 graden en ook âs nachts. Barre tijden dus. En de andere gemeentewerkers maakten met de schop de stoepen sneeuwvrij bij de scholen en de kerken. Pas jaren later, zo halverwege de jaren â70, kwamen de strooiers op de vrachtwagen of achter de tractor om het zout te strooien.Â
Hoe de techniek ook verbeterd is in de loop der jaren, het blijft toch altijd mensenwerk. En je moet er voor in de wieg zijn gelegd om dit werk met plezier te doen. De gladheidbestrijdingâŠâŠessentieel werk toen en nu.
Liesbeth van Keulen
Met dank aan Alfons Bruekers van de Stichting Geschiedschrijving Nederweert voor advies en fotoâs.
Bijschriften fotoâs:
Een dame met fiets vindt een smalle doorgang in een halve meter dik pak sneeuw in Schoor, 1958. Foto collectie familie Jonkers.
Gemeentewerkers maken een weg in Schoor sneeuwvrij, 1958. Puur handwerk! Foto collectie familie Jonkers.