De Raad van State heeft geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van Weert niet bevoegd was om te beslissen over de openbaarmaking van alle documenten in een Woo-verzoek over de voormalige burgemeester Jos Heijmans. Het college van Weert krijgt twaalf weken om deze fout te herstellen.
Oud-burgemeester Weert
Aanleiding voor het verzoek
In januari 2020 verscheen een artikel in De Limburger over mogelijk niet-integer handelen van de burgemeester bij subsidieverstrekking. Kort daarna verwijderde de burgemeester 9.133 e-mails uit zijn functionele mailbox. Het college liet de mailbox, inclusief verwijderde e-mails en werkagenda, veiligstellen en opslaan.
Een journalist van De Limburger vroeg later dat jaar via de Wet openbaarheid van bestuur (nu: Wet open overheid) om inzage in deze documenten. Het college besloot 1.105 documenten gedeeltelijk openbaar te maken, maar de feitelijke openbaarmaking werd uitgesteld vanwege getroffen voorlopige voorzieningen.
Bevoegdheid college in twijfel getrokken
De Raad van State oordeelt nu dat het college alleen bevoegd is om te besluiten over documenten die zien op aangelegenheden van het college zelf. E-mails die uitsluitend betrekking hebben op de burgemeester als zelfstandig bestuursorgaan vallen daar niet onder. Het college had het Woo-verzoek daarom moeten doorsturen naar de burgemeester.
Volgens de Raad had eerst moeten worden geïnventariseerd welke e-mails bij welk bestuursorgaan horen. Dat is niet gebeurd, waardoor de besluiten van het college deels onbevoegd en onzorgvuldig zijn genomen.
Mailbox is geen persoonlijk eigendom
De uitspraak onderstreept dat de functionele mailbox van een burgemeester niet onder de persoon, maar onder het ambt valt. Na vertrek van de burgemeester is het aan diens opvolger om te besluiten over informatie uit die mailbox. De voormalig burgemeester kan daarover worden geraadpleegd, maar beslist niet zelf.
Bezwaren over veiligheid onvoldoende toegelicht
De oud-burgemeester had bezwaar gemaakt tegen openbaarmaking van vijf specifieke documenten, uit vrees voor zijn veiligheid. Volgens de Raad zijn deze zorgen niet concreet onderbouwd, ook niet vertrouwelijk. De eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg hierover blijft in stand. ‘Het veiligstellen van (de inhoud van) de mailbox was daarmee noodzakelijk voor de vervulling van de wettelijke taak’, vindt de Raad van State.
Vervolg
De Raad van State draagt het college op om binnen twaalf weken het Woo-verzoek alsnog door te sturen naar de burgemeester. Deze moet een nieuw besluit nemen over e-mails die tot zijn bevoegdheid behoren. Voor andere e-mails blijft het college verantwoordelijk. Nieuwe afwegingen over veiligheid zijn niet nodig.
Meer informatie
De volledige uitspraak is te vinden via www.rechtspraak.nl.







Er zijn nog geen reacties geplaatst