Soms heb je dat weleens. Van die momenten dat je een verhaal wilt vertellen, dat je een titel hebt bedacht, dat je een verhaallijn aan het instuderen bent, indachtig de rode draad niet vergetend. Maar er toch niet uitkomt. Dit komt gewoon door te weinig prikkels die het verhaal op de een of andere manier tot een gladstrijkend geheel kunnen vormen. Een kleine toevoeging ontbreekt dan. En dat juist in de feestmaand, december.
Werner Bloemers
Op een mooie zondagmorgen ging ik samen met een collega naar een voetbalwedstrijd tussen twee veteranenteams in Weert kijken. In die teams speelden overigens ook twee andere collega’s. De ene keepte bij de Weertenaren, de andere was linkshalf bij de tegenstander. Of nou ja, hij speelde op die positie, maar speelde de bal voornamelijk met zijn rechter. Er zijn nu eenmaal teveel rechtse rakkers op de wereld. Dit is gewoon genetisch bepaald. Hoezeer het soms ook een komisch gezicht is om de bal op een lastige positie toch met je goede been te spelen in plaats van het onderdanige been.
Het was een leuke wedstrijd, die vol overgave door beide partijen werd gespeeld. Gewoon even lekker in de kou, op een mooie zondagmorgen, ergens in Weert. Het zonnetje scheen volop, de koffie voor langs de lijn was lekker warm. De sfeer zat er goed in. Maar het wekte bij mij toch de vraag: waarom spelen we zo vaak met ons dominante been terwijl het ook anders kan?
Als men de politiek heden den dage volgt, valt vaak het woord populisme. Is dat populisme vaker veroorzaakt door een rechtse of een linkse gedachtegang? Wanneer hoort men eigenlijk bij een bepaalde politieke partij. Als men links zegt, maar ook rechts bedoelt? Het komt een beetje over als een Peter Bosz die een superteam (PSV Eindhoven) traint, maar er vaak als een stuk chagrijn bijzit. Gelet op de column van Ronald Waterreus van maandag 9 december mag ik dat tenminste geloven.
Schrijft u als rechtshandige weleens met links? Als ik dat doe, schrijf ik gewoon de andere kant op. Dan wordt de zaak helemaal onleesbaar. Een pen of een potlood met je onderdanige hand vasthouden is geen sinecure. De hand weet zich dan geen houding te geven. Wat doet u beter met uw onderdanige voet of hand dan uw dominante? Ik draag altijd mijn tassen met mijn linkerhand. Dat komt dan ook weer doordat de dominante kant mij dit opdraagt. Drinken halen of fietsen met één hand kan ik ook beter met links dan met rechts. Daar is de rechter weer te onrustig voor.
En zelfs voetballen kan ik ook met links. Dit had ik me in de jaren ’80 zelf geleerd na het lezen van een inspirerend verhaal over Ferenc Puskas, het beste linkerbeen uit de jaren ’50 van de vorige eeuw. Mijn rechter is een frêle koorddanser, mijn linker een kille afmaker. Het liet mij zien dat het ook anders kan, net als het schilderen in de stijl van Cézanne of Van Gogh, terwijl het ook gewoon Nederweerter kunstenaars zouden kunnen zijn.
Doet u ook mee met dit opportunistische (denk)werk? Dat het rechts kan, maar ook links? Voor de man met drie hoofden, de vrouw met drie borsten, de jongen met drie beugels ging men vroeger naar de kermis. Net als ‘The Elephant Man’ die ooit schitterend werd vertolkt door John Hurt. Of dit soort kermissen er vroeger in de gemeente Nederweert waren, is overigens bij mij niet bekend. Hiervoor moet ik toch even in de geschiedenis gaan graven. U kunt bij deze uw weg als rechtse rakker ingaan, maar in de feestmaand ook uw frivole linkerkant tonen. Of omgekeerd natuurlijk. Want wie rechts zegt, moet ook links kunnen zeggen.
Een kleine toegift nog, want schrijven is zo leuk: zitten er twee mannen in de rechtzaal. Zegt de linker: ‘ik ben de rechter!’.
Werner Bloemers, december 2024.
Er zijn nog geen reacties geplaatst