Skip to content

In Memoriam Pater Frans Mertens

Redactie
8 augustus 2016 | 20:37

Advertentie

In-Memoriam

Pater Frans Mertens S.V.D.

op 96-jarige leeftijd overleden.

Op zaterdag 13 augustus zullen we afscheid van hem nemen met een plechtige eucharistieviering. Deze wordt gehouden om 14.30 uur in de kapel van “Park Zuiderhout”, Arnold Janssenlaan 46 in Teteringen, nabij Breda. Daarna leggen we hem ter ruste op het kerkhof.

Frans Mertens wordt in Nederweert geboren op 14 februari 1920, als zesde kind van Henricus Mertens en Dorothea Eikelberg. Er zijn 4 meisjes en 3 jongens. Zijn vader sterft al in 1944 en moeder is ook niet oud geworden (1958). Na de lagere school komt hij naar Uden (gymnasium), waar hij als goede student staatsexamen mag doen.

In 1939 begint hij in Helvoirt zijn noviciaat onder leiding van pater Martien Lucas. Het is in de winter van 1940/41 dat hij met vier medebroeders gaat schaatsen op de Drongelse Vaart richting Den Bosch. Frans en Toon Donkers rijden voorop, maar na een kwartier rijden zakken ze beiden door het ijs: een fabriek heeft warm water in de Vaart laten lopen. Het vriest bijna 10 graden en er staat een felle noordenwind. Hoe ze zijn thuis gekomen is een verhaal apart. Pater Lucas is vooral in paniek over Frans, meer dan over de anderen.

Zijn studie theologie doet Frans gedeeltelijk in Steyl en in Teteringen. Het was oorlog! Op 27 november 1944 wordt hij samen met 27 medebroeders door de Grüne Polizei opgepakt en weggevoerd naar Wuppertal. Na vier weken mogen zij naar Noord-Nederland reizen, waar Frans te gast is van de familie Jansen in ’t Joppe, bij de ouders van medebroeder Theo Jansen. Uiteindelijk wordt Frans op 30 augustus 1945 in Teteringen tot priester gewijd samen met 17 klasgenoten.

Omdat de communiteit van St. Willibrord in die tijd in Steyl verblijft (Uden is totaal verwoest) is Frans enkele jaren daar leraar en onderprefect. Dat duurt niet lang, want zijn vroegere novicemeester, pater Martien Lucas, is intussen tot bisschop gewijd en nuntius geworden in Zuid-Afrika (Pretoria). Aangezien Frans goed ligt bij zijn vroegere novicemeester, vraagt deze hem zijn secretaris te worden. Hij zal die functie van 1948 tot 1950 vervullen. Wat hij daar samen met Monseigneur gedaan heeft, blijft zorgvuldig in de archieven bewaard. Als hij in 1950 met hem in Rome is bij gelegenheid van de dogmaverklaring van Maria Ten Hemelopneming krijgt hij een benoeming voor Ghana, waar hij heel blij mee is. Pretoria had iemand nodig die goed was in het kerkelijk recht.

In 1951 gaat hij naar Ghana, waar hij de stichter wordt van de parochie van Tema, een klein vissersdorp, wat later uitgroeit tot grote havenstad. In die beginjaren wordt zijn geduld wel erg op de proef gesteld. De toenmalige pastoor Harold Lauck SVD, een goede catechist en zielzorger, bij wie Frans kapelaan is, behandelt hem als kleine jongen. Hij krijgt de sleutel van de provisiekast niet. Als deze op verlof gaat moet hij die wel aan Frans overhandigen. Bij zijn terugkeer gaat die sleutel weer naar de baas. Maar Frans heeft in zijn afwezigheid een nieuw hangslot aangeschaft, en de reservesleutel ervan achter gehouden. Als dat dan toch uit komt laat de pastoor er een nieuw slot op zetten…. Frans is er nooit boos om geweest. Als hij het vertelde lachte hij erbij!!

Van 1954 tot 1956 is Frans kapelaan onder Rudolph Karjacik in Battor en van 1956 tot 1961 bouwpastoor van de St. Peters kerk in Osu-Accra. Over deze beide periodes is niet veel bekend.

Maar dan komt de periode van 1962 tot 1972, waarin hij hoofd wordt van het Nationale Katholieke Secretariaat. Dat betekent dat hij de verbindingsman is tussen de 7 bisschoppen van Ghana en de Regering. Onder hem valt dan het Katholiek Onderwijs en later ook de Gezondheidszorg (ziekenhuizen). In die functie woont hij veel vergaderingen bij: in Brussel bij het Caritas Congres, in München, Madrid enz. Verder geeft hij inlichtingen over alles wat zich binnen de Regering en de Bisschoppen ontwikkelt, voert veel administratie en correspondentie namens de Bisschoppen. Hij spreekt en schrijft heel goed Engels. Als er in 1972 een goede en bekwame Ghanese opvolger (H. Senoo pr) komt, stemt Frans daar volledig mee in. Hij is dan reeds begonnen met een grondig onderzoek naar de ontwikkeling van het onderwijs in de Goudkust (later Ghana) van ca. 1480 tot 1970. Het wordt een standaardwerk.

Hij werkt ook mee met een groot onderzoek van Pro Mundi Vita over de godsdienstige situatie in Ghana. Hij is daarvoor enige tijd in Cadier en Keer. Omdat een volgend project over de Kerk in Nigeria nog niet geregeld is gaat hij op assistentie in Duitsland (Wolsdorf). Later wordt het dan toch nog Nigeria (1973).

In april 1974 gaat Frans naar het bisdom Osnabrück, waar hij eerst pastor wordt in Twist en in augustus 1974 in de parochie Maria Annunciatie te Schüttorf, waar hij lange jaren een geliefde pastor is. Hij wordt dan overgeschreven van de Ghanaprovincie naar de Nederlandse. Hij hoort dan voortaan bij de zogenaamde ‘Duitse Herders”. In de “Schüttorfer Nachrichten” wordt vaak over hem geschreven, o.a. ter gelegenheid van zijn 40-jarig priesterjubileum.

Tenslotte wordt hij in 1989 pastor in de parochie St. Jan de Doper te Merselo. Na zijn eervol ontslag blijft hij er nog enkele jaren wonen, waarna in 2004 Deurne zijn domicilie wordt. Daar is hij de trouwe wachter, die iedere morgen gaat kijken welke groep(en) er in Willibrordhaeghe zijn en hoeveel auto’s er op de parkeerplaats staan. Als zijn gezondheid verslechtert verhuist hij in 2013 naar het Missiehuis in Teteringen. Hij viert daar op 4 september zijn 70-jarig priesterfeest. Een groot aantal gasten zijn uitgenodigd. Ondanks zijn leeftijd geniet hij er volop van. Pas ’s avonds om 8 uur, zegt ie: ‘Nu ben ik moe’, terwijl het feest al om 6 uur had moeten eindigen.

Nog enkele feiten over zijn leven:

In zijn studiejaren (1933-1946) is Frans een van de besten van al zijn klasgenoten in voetbal, hockey, volleybal en zwemmen, ondanks zijn korte postuur. Mag nog opgemerkt worden dat in die tijd al die sporten worden gepleegd in toog, behalve het zwemmen….

Minder bekend is, dat Frans een verwoed hengelaar is. Vooral op paling en karpers. Niet alleen in zijn jonge jaren. Nee, het is een levenslange passie. Als hij op vakantie komt (iedere 4 jaar), dan zet zijn broer een pin in de grond, met een lading van 220 volt, zodat de wormen er van schrik uit springen, om daarna door Frans gebruikt te worden als aas voor zijn visvangst. Ja, Frans als het loze vissertje.

Wat we wel van Frans weten is, dat hij een meester bridger is. Heel wat bekers sleept hij in de wacht. Tot enkele weken geleden heeft hij zich nog aan zijn tweede passie overgegeven. Daarna kan hij de kaarten niet meer vasthouden, zo verzwakt is hij.

Zijn zeven nichten vertellen, dat oom Frans brevierde in de voorkamer. Daar liep hij tussen de meubels op en neer. Zij vonden het wel eens lang duren. Oom Frans is, zo zeggen ze, in de laatste jaren veel socialer geworden. Hij houdt de gang van zaken in de familie goed bij. Is in ieders wel en wee geïnteresseerd. Hij houdt niet zo van een welkoms – en afscheidskus. Maar als zijn zus Toos 90 wordt in 2011 zegt oom Frans: ‘Wat de paus kan, kan ik ook’. En hij voegt de daad bij het woord….

Bij zijn 40-jarig priesterjubileum omschrijft zijn medebroeder en medemissionaris hem als: “rustig en toch zeer ijverig, een man van princiepen, die doet wat goed is, stil is maar gezellig in de omgang, sober wat kleding, voedsel en drank betreft, Limburger in hart en nieren, klaagt of kritiseert nooit, erkent en aanvaardt gezag, zwijgzaam en discreet”. Daarmee geeft hij een aardige typering.

Tot het einde toe blijft Frans helder van geest en weet wat ie wil. Hij houdt zijn geest wakker met het lezen van moderne religieuze lectuur. Bij bijeenkomsten van Bijbelsharing heeft hij een goede bijdrage, waaruit blijkt, dat hij op de hoogte is.

Frans laat nooit veel los van wat hem van binnen bezighoudt. In zijn brieven lees je maar weinig, hoe hij de dingen beleeft. Ze zijn meestal zakelijk. Toch is hij opener geworden. Een lieve mens, die geniet van gezelschap, bv als zijn 7 nichten hem komen bezoeken.

Ook weet hij de hulp van anderen te waarderen. Toch is afhankelijk zijn voor deze kleine grote man niet gemakkelijk. Zijn hele leven heeft hij de regie in eigen handen gehad. Op 21 juli ontvangt hij nog heel bewust het sacrament van de zieken. Daar heeft hij zich terdege op voorbereid. Zo geeft hij nog een klein toespraakje en op het einde van de plechtigheid geeft híj de zegen. Op 4 augustus, twee weken later, heeft hij de regie uit handen gegeven, een kleine grote man is van ons heengegaan.

Tot slot een door hem geliefd gedicht, wat hij met bezieling voordroeg:

DE PAARDEN

O vooruit, o vooruit met uw vliegende leven.
Naar voren! hou vol! Kijk niet om en wees groot!
Sta niet stil! Wees toch moedig! nog één dag, nog even.
Zo vliegen we voorwaarts naar God en den dood.

O leef toch als snellende stormende paarden,
ja, laat ze maar trillen van pijn en geluk;
Alleen: laat hun hoeven niet raken de aarde,
en laat ze niet omkijken: dan is het stuk.

Neen, neen, niet verlangen naar wat we verlieten,
want denken-in-weemoed maakt arm en maakt zwak,
in vreugde toch laat me voor ’t Al alles schieten
o Christus, Gij sterke, o God maak ons strak.

O geef ons de charme van het soepele rennen,
het vlotte gemak van een lenige vaart;
O laat ons het lachende lijden eens kennen.
Vooruit! Onbarmhartig! Want God is het waard.

Gedicht van een contemplatieve van Bethanië

Teteringen 4 augustus 2016
Kees Maas S.V.D.

Advertentie

Er zijn nog geen reacties geplaatst.


Plaats een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Advertentie

Foutje gespot?

Oeps, je hebt kennelijk een foutje gespot.
Fijn dat je ons op de hoogte brengt. Met een paar klikken kun je ons hierover een berichtje sturen. We doen ons best het foutje zo snel mogelijk te herstellen en je hiervan op de hoogte te brengen.

Advertentie

Advertentie