De relatie tussen Nederweert en Weert is altijd een haat-liefdeverhouding geweest. De antipathie dateert al uit de middeleeuwen maar had niets te maken met de Weertenaren zelf. Aanleiding was de graaf van Horne, die Heer van Weert en Nederweert was en in Weert zetelde. De grafelijke familie stond er bij de Nederweertenaren niet hoog op. Niet voor niets zei men gekscherend dat van Weert niets beters te verwachten was dan regen en westenwind.
Toen graaf Jacob in 1525 met dwang Nederweert afsplitste van Weert, voelde dat bijzonder slecht. De belastinginkomsten verminderden met tweederde waardoor het huishoudboekje van de jonge gemeente in gevaar kwam. Tot overmaat van ramp werd Nederweert in 1534 door zijn opvolger Jan van Horne verhypotheekt om zo zijn uitbundige levensstijl te kunnen bekostigen. Toen in 1547 bij een conflict over de gemeentegrens tussen Nederweert en Someren gravin Anna van Horne de zijde van de Brabanders koos, daalde de populariteit van het Weerter gezag tot een ongekend dieptepunt. Het met een riek molesteren van een bode van de gravin was de spreekwoordelijke druppel. Anna zond in de herfst van dat jaar haar schout naar Nederweert. In een herberg (het huidige restaurant Bi-j Siem) vond net een zitting van de rechtbank plaats. De schout wilde enkele van de aanwezige dorpsbestuurders gijzelen maar misrekende zich. Een wethouder en enkele raadsleden namen de schout zijn zwaard af en bogen het doormidden. De schout vluchtte naar Weert, achtervolgd door een menigte Nederweertenaren te paard en te voet, die luidkeels “sla dood, sla dood” riepen. Aangekomen op de Biest staakten de Nederweertenaren hun achtervolging omdat ze te dicht bij de stad Weert kwamen. Ze waren wel dapper maar niet gek en hadden geen trek in een gewelddadige confrontatie op eigen terrein van de Weertenaren.
De afgang van de schout was een enorme blamage voor het Weerter gezag en het aanzien van de gravin. De drie Nederweerter leiders van de revolte vreesden represailles en trokken zich hoog en droog terug in de Nederweerter kerktoren. Ze hadden voor vele weken bier, brood en vlees ingeslagen en waren bewapend met buskruit, geweren, turfspaden en speren. Tijdens de nachtmis van kerstmis 1547 trok de Weerter schout met 100 lansknechten naar Nederweert voor een strafexpeditie. Alle sympathisanten van de revolte zaten in de kerk en de Weerter troepenmacht stond voor een gebarricadeerde kerkdeur. Vol zelfvertrouwen schreeuwden de in de toren verschanste oproerkraaiers beledigingen en gooiden ze vanuit hun hoge schuilplaats pullen bier naar de soldaten. Die haalden echter ladders, vernielden de ruiten van de kerk en wisten binnen te geraken. Onder het lossen van schoten in de kerktoren werden de revolutionairen gearresteerd en gevangen gezet in het kasteel in Weert. Er moest een hoog bedrag aan losgeld betaald worden om de gravin te compenseren voor geleden imagoschade. De Nederweertenaren hadden de veldslag verloren, maar voor de komende eeuwen was de toon gezet.
Website: Nederweerts Verleden | Twitter @SGNederweert | © Nederweerts Verleden
Er zijn nog geen reacties geplaatst.