Soms zit je als het ware op je schrijfstoel en denkt: ‘dit verhaal kan als het ware toegevoegd worden aan de Suske en Wiske-reeks, of Robbedoes, of Kuifje. Maar de titel alleen al geeft je zoveel zeggenschap over het verhaal , dat het schrijven ervan al een reis door je kunnen is.
Door Werner Bloemers
Op een dag vroeg mijn gitaarleraar Ton aan mij: ‘Wil jij een verhaal schrijven over molen De Windlust?’ Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Dit in het kader van de Nationale Molendag op 10 en 11 mei plaatsvinden in heel het land. Gaat u daarom gerust een kijkje nemen. Dit kan immers overal in de gemeente Nederweert en daarbuiten. Zonder u bij de hand vast te houden: u kunt hier gewoon op googelen en u heeft hopelijk beet.
Maar om dan terug te keren naar molen de Windlust. Die bevindt zich in buurtschap Roeven, gelegen in het zuidwesten van Nederweert. En om heel eerlijk te zijn: ik was er misschien ooit voorbij gefietst, maar verder heb ik weinig kennis van de omgeving. Dus de huidige molen De Windlust, wit geverfd en al, is eigenlijk een nieuw element in mijn gedachten wereld. Maar voor alles is een eerste keer. De molen is overigens elke woensdagmiddag van 13:30-16.30 en elke tweede zaterdag van de maand van 13.30 tot 16.30 open. Voordat ik dat zou vergeten.
“De molen, die gebouwd was in 1872 en in brand werd gestoken door de Duitsers in 1944, werd in 1979 opgekocht door notaris Stassen uit Weert die ervoor zorgde dat het opknappen van het monument in gang kon worden gezet. Sinds 2001 valt De Windlust onder de gemeente Nederweert en in 2009 is men weer begonnen met het slaan van olie op de begane grond. Dit wordt nu allemaal gedaan door vrijwilligers.” De Windlust is trouwens de enigste olieslagmolen in Nederland die olie slaat uit Walnoten!
Op een bewolkte woensdag werden mijn schrijftolk en ik door Ton opgehaald. Toen we de sluis 15 passeerden en even later wegen insloegen die dus eigenlijk minder bekend bij mij zijn, zagen wij al snel een imposant gebouw aan de rechterkant van de weg: Molen De Windlust. Mij verbazend over het feit dat ik dit eigenlijk nog niet eerder zo had opgemerkt, traden wij binnen. Het was al snel duidelijk wat voor functie de molen heeft. Er worden walnoten gebracht, waarvan olie wordt gemaakt. De molenaars zijn blij met alle aangeleverde Walnoten. Hier voor krijgen de mensen als dank een flesje Walnotenolie voor de gebrachte Walnoten.
Aangekomen in een grote, goed verlichte kamer begin ik, bij het nuttigen van een kopje koffie en een lekker koekje, het molenverhoor. De vijf aanwezige molenaars zijn elk op verschillende wijzen bij De Windlust terechtgekomen. De één heeft eerst een boek gelezen, de ander heeft weer gereageerd op een advertentie, de derde wilde de leegte na zijn pensioen al snel opvullen. En zo zijn er meer redenen. Het is in elk geval mooi om te zien dat de mannen het goed met elkaar kunnen vinden en dat ze daardoor in staat zijn om de molen productief te laten werken in het fraaie landschap.
Hun taken zijn zeer variërend. De één houdt zich meer bezig met het slaan van olie uit walnoten, de ander is meer technisch aangelegd en houdt zich daarom meer met het onderhoud bezig. De derde is dan weer meer een molengids en kan dan rondleidingen geven. Een mooie verscheidenheid van taken. En de vierde houdt zich weer meer bezig met koffie drinken in de grote kamer, zo gaat dat in het leven.
De functie van de molen is een oliemolen. Goede walnoten kun je gebruiken voor consumptie en slechte walnoten kun je gebruiken om te schilderen. Eerst worden die tien minuten gekookt en dan voegt men er zwartsel of roodsel bij en de verf is klaar voor gebruik.
De slechte walnotenolie kan het Openluchtmuseum Eynderhoof ook goed gebruiken voor de mandenvlechters. Die strijken dan de manden in met olie, gemaakt van de slechte walnoten. Dat is goed voor het behoud.
Om dan maar terug te vallen op het vakjargon onder molenaars; een aardige baard. Er zijn genoeg mannen (en vrouwen) met een lange en ruige baard. Maar een aardige baard? Nooit van gehoord. Een baard is het stukje van de molen waar het jaartal van oprichting en de naam van de molen op staan (tegen de kap). Die is bij De Windlust compleet versierd. De oude baard was nog met de hand gesneden en heel mooi versierd door de vrouw van notaris Stassen. Daarom heet hij een aardige baard.
In de molenwereld komen ook veel dierenbegrippen voor: een paard in de molen , net als een ezel. Of een hondsoortje. Het zijn allemaal aanduidingen uit vroeger tijden om aan te geven wat er zoal kan worden ondersteund in een molen. Als men zegt: ‘Er staat een paard in de gang’, dan komt dat misschien ook gewoon uit het molenwereldje.
Er wordt mij uitgelegd hoe de bediening van de molen door middel van een boven- en buitenkruier werkt. Dit procedé is zo interessant dat ik de lezer heel graag uitdaag om het zelf te gaan ervaren. Vast staat wel dat voor het kennen van deze mechanismen de nodige technische kennis zeer belangrijk is.
Men heeft daar ook een Vlaamse vang. Een vang? Je hebt een Vlaamse gaai, een Vlaams biertje. Maar een vang? Het blijkt te gaan om de rem van de molen, hier remmen ze het bovenwiel en dus de wieken mee. Vroeger hadden ze ook zelfzwichting. Hier gaat het weer om het openen van kleppen in de wieken die ervoor zorgen dat de molen niet op hol kan slaan. Na de restauratie in de jaren tachtig is er het oud hollands wieksysteem voor terug geplaatst.
Al met al is het geen ongevaarlijk werkje, het vrijwilligerswerk op een molen. Maar dat heb je bij de gemeente ook. Als men daar dreigt in slaap te vallen van al het overtollige werk, heeft men ook de kans om gewond te raken. Het is wel aan te raden om er, net als bij de gemeente overigens, minimaal met twee personen aanwezig te zijn op een molen.
Er wordt een interessante film vertoond over De Windlust. Onderwijl wordt mij nog even de functie van de staart van een molen uitgelegd. Dat is een lange, heel lange balk die ervoor zorgt dat de molen goed op zijn plek blijft staan en dat de wieken goed blijven draaien. Een soort ruggengraat dus. Met de staart tussen de wieken lijkt me anders wel een zeer grappige uitdrukking.
Op de film is overigens te zien dat de zeilen van molen bij het 150-jarig bestaan van De Windlust in 2022 door kinderen plus vrijwilligers van de molen werden beschilderd. Die kregen toen de Piet Mondriaan-afdrukken. De chef-molenaar van De Windlust heet immers Piet en hij zocht iets wat er in 1872 speelde. Dat bleek ook het geboortejaar van schilder Piet Mondriaan te zijn. De keuze was dus snel gemaakt. Dju, denk ik dan. Had nou wat beter opgelet. Want dat soort schilders spreekt nog altijd tot de verbeelding. De lange gele, rode en blauwe lijnen hebben zelfs bij café De Gruyter aan de Korenmarkt te Weert een spoor van herkenning achtergelaten.
Tijdens de Dodenherdenking komt de molen in de rouwstand te staan en een dag later, bij de bevrijdingsfeesten, wordt de molen versierd en komt er ‘80’ tussen de wieken te hangen dan komt hij in de vreugdestand te staan. Je moet wel een beetje lenig zijn om in de molen te kunnen klimmen voor het ophangen van die zeilen.
Wil men lekkere olie hebben, verkregen door walnoten te slaan, dan is het raadzaam om die zes tot zeven weken uit te klaren. Dan kun je het gebruiken als saladedressing of om in te nemen. Momenteel wordt er geen meel gemaakt, maar dat kan in de toekomst nog wel veranderen.
Het is in elk geval de hoop dat de jeugd van nu de molen in de toekomst ook zal blijven ontdekken om ervoor te zorgen dat het prachtige molenaarsberoep in stand gehouden zal worden. Ik zou het zelf niet aandurven met mijn beperkingen in horen en zien, maar ik ken genoeg technici die dit na hun pensioen op zouden kunnen pakken. Molen De Windlust heeft momenteel genoeg vrijwilligers, maar in de toekomst zou men er zeer blij mee zijn. Dus wie weet, werkt dit verhaal toch (enigszins) inspirerend? Een opleiding tot molenaar kan 1 tot 2 jaar duren, of langer zo men wilt.
Nog een laatste onderwerp: wat is de fijnste periode voor de molen? De winter. En waarom? Dan is er sprake van een constante oostenwind die over het continent jaagt. Ja, het zal zeker sensationeel voelen als men in een goed draaiende molen te werk wordt gesteld. Maar wat moet je doen als er onweer is? Thuis blijven natuurlijk. De molen moet goed zijn afgesloten. Als het onweer voorbij is, gaan de molenaars wel even kijken. Is er niets kapot? Hoeven we de wieken niet in? Is de staart niet gebroken? Een goede communicatie is daarom zeer belangrijk.
En dan zijn we klaar. Nog even kijken hoe de koningstrijker zijn werk doet bij het verdelen van de walnoten als die geplet worden om er olie van te maken. Het was wederom een zeer interessante en leerzame middag, ook al ben ik tezamen met mijn schrijftolk veilig op de begane grond gebleven en niet in het want gekomen. Een hartelijk dank voor de molenaars!
En voor ik het vergeet: op 10 en 11 mei is de Nationale Molendag. U bent overal van harte welkom. Doet u er uw voordeel mee, zou ik zeggen.
Werner Bloemers, april 2025
Er zijn nog geen reacties geplaatst